Economie en locatie van het steengroeve museum

2023 – Over de beste locatie van het museum is nog niet goed nagedacht

Alle geologische musea in Nederland liggen in de bebouwde kom van dorp of stad, evenals bekende geologische musea in andere Europese landen. Dat geldt ook voor praktisch alle natuurmusea in Nederland. 

Daar zijn economische redenen voor, maar die worden in Winterswijk nog te weinig onderkend. Men neemt als vanzelfsprekend aan dat toeristen die een museum bij de steengroeve in Ratum bezoeken, geld zullen besteden in het dorp. Maar de Vrijetijdsmark Obelink, die 4 km buiten het dorp ligt, leert dat je dat niet zomaar mag aannemen. 

Meer dan een miljoen mensen uit heel Nederland komen jaarlijks naar Obelink, maar slechts zeer weinigen brengen dan ook meteen een bezoek aan het dorp. Sinds jaar en dag is dit een feit ondanks pogingen van de gemeente om het te veranderen. Volgens de Stichting Terra Temporalis mag je het gedrag van toeristen en fossielenjagers niet vergelijken met dat van de bezoekers aan Obelink, maar dit is een veronderstelling zonder onderbouwing.

Voordelen van locatie in de dorpskern

Een museum in de dorpskern wordt opgemerkt door toeristen en toevallige passanten die het dorp bezoeken. Sommigen raken geïnteresseerd en willen een kijkje nemen. In het museum zien ze tentoonstellingen, films, video’s, objecten en demonstraties; ze krijgen informatie en een kaartje voor een shuttlebus naar de steengroeve om ter plaatse te kijken en misschien een rondleiding in de groeve te volgen. Groot succes! Het steengroevemuseum in het dorp groeit uit tot een publiekstrekker. Na afloop van hun avontuur lopen die toeristen nog even een winkel binnen en misschien blijven ze een hapje eten in een van de vele gezellige restaurants in het dorp.

Werkgelegenheid

Het plan van Terra Temporalis voor een museum bij de steengroeve biedt nauwelijks een directe bijdrage aan de werkgelegenheid in Winterswijk. Begroot wordt werk voor slechts 1,5 fte (full time equivalent) en verder moet het museum steunen op bijdragen van vrijwilligers. Dit is een zwak punt. Er zou een competitie ontstaan met veel andere organisaties, onder andere in de zorgsector, die steeds meer afhankelijk zijn van schaarse vrijwilligers. 

De gemeente is ervan overtuigd dat het steengroevemuseum op jaarbasis extra toeristen zal aantrekken, omdat het een ‘slechtweer-voorziening’ biedt en daardoor een seizoen-verlengend effect bewerkstelligt. Met andere woorden: in maart/april en oktober/november zullen meer toeristen geld besteden in Winterswijk, omdat je bij slecht weer kunt schuilen in een museum dat in Ratum staat. Wie gelooft dat? Voor dit hypothetische verdienmodel zouden belastingbetalers dus 3 miljoen euro moeten investeren. Men vergeet dat het dorp zelf al heel aantrekkelijke voorzieningen heeft, waar toeristen bij slecht weer kunnen schuilen.

In de vergadering op 8 december 2022 van de gemeentelijke Adviescommissie Cultuur Historie is opgemerkt dat als het TT museum een feit is en er tekorten bij de exploitatie ontstaan (zoals verwacht wordt), deze tekorten door de gemeente zullen worden aangevuld, mogelijk ten koste van de subsidies aan andere musea…..