2021 – Kiezen we voor meer toerisme door het steengroevemuseum of kiezen we voor natuurbescherming van Willinks Weust? Kunnen we niet voor beide tegelijk kiezen?

Het is het een of het ander, dat is zoals veel mensen het zien. Maar is dit werkelijk de keuze die we moeten maken? 

De beleving

Het steengroevemuseum moet op de rand van de groeve staan. Dat lijkt vanzelfsprekend, want daar beleef je de ontzaglijke weidsheid van die unieke kuil, de diepte met zijn grillige vormen en prachtige kleuren, de bomen, de stilte van de natuur en het fraaie landschap. Daar ter plaatse. Maar wacht eens even.…. het is niet het muséum dat iets beleeft, het zijn de mènsen die iets beleven. Niet een gebouw maar mènsen beleven de groeve en genieten ervan. De beleving wordt compleet als je afdaalt in de kuil en een rondleiding volgt, naar fossielen speurt en misschien een stukje pyriet vindt. Is daarvoor een museum op die plek nodig? Nee, niet op die plek, maar je beleeft alles wel intenser als je je vooraf hebt geïnformeerd. Welnu, dat kan heel goed in een museum dat niet pal naast de groeve staat en dus niet schadelijk is voor de Willink Weust.

Een dagje Winterswijk

Wat is er tegen om het museum in het dorp op een paar kilometer afstand van de steengroeve te bouwen? Na een bezoek worden de toeristen met milieuvriendelijke busjes naar de steengroeve gebracht. Stel je hun ‘dagje Winterswijk’ voor: ze beginnen in het museum met exposities en informatie over een binnenzee van miljoenen jaren geleden, de aardlagen en de fossielen, zelfs een pissebed, ongelooflijk, dan even een snelle hap, de shuttle wacht voor de deur, ze zijn er klaar voor, ze gaan er op uit, ze gaan het zelf zien, ze gaan het beleven! En ze worden er ook nog rondgeleid. Daarna brengt de shuttle hen terug naar het dorp, waar ze gezellig gaan eten in een restaurant in het centrum. O ja, eerst nog even naar die winkel, die is vlakbij. Inderdaad, Winterswijk is een leuk dorp en is ook nog ‘groen’ met die elektrische shuttles!

Vergeet niet de ervaring met de Vrijetijdsmarkt van Obelink aan de Misterweg, die heel veel bezoekers per jaar trekt. Gebleken is dat zeer weinigen van hen een bezoek brengen aan ons dorp, ondanks diverse pogingen – ook van het gemeentebestuur – om dat te bevorderen. Zou dat met een steengroevemuseum in Ratum dan anders zijn? Biedt een museum in het dorp op loopafstand van winkels en HORECA niet veel meer voor de lokale economie? Verbazend dat deze vraag nooit echt is gesteld; hoog tijd voor een onafhankelijk onderzoek! 

Slecht-weer-voorzieningen

Aldus geen inbreuk op het landschap in Ratum, daar geen gebouw, minimale schade aan de natuur, geen groot parkeerterrein en geen verkeerschaos op de Steengroeveweg. En de Winterswijkse economie profiteert méér dankzij een simpele aanpassing van het museumplan. 

Er speelt ook nog iets anders. In 2009 is door een adviesbureau gerapporteerd dat er te weinig ‘slecht-weer-voorzieningen’ voor toeristen waren in het buitengebied van Winterswijk. Een landschap-museum bij de steengroeve zou daarin voorzien en die suggestie vormde de aanzet tot het plan voor een museum bij de steengroeve. Maar dat rapport is van 12 jaar geleden en sindsdien is er veel veranderd in Nederland, ook in Winterswijk. Trouwens, wat is er tegen ‘slecht-weer-voorzieningen’ in het dorp zelf? Is die oude ‘museumvisie’ nog wel van deze tijd?

De gemeenteraad lijkt niet open te staan voor voortschrijdend inzicht. Krampachtig wordt vastgehouden aan genomen besluiten, want afwijken daarvan zou duiden op een onbetrouwbare overheid. Maar lieve mensen toch, denk eens na! Waarom zijn jullie zo bang?